Belastingcommissie pakt directeur-grootaandeelhouder aan

Het Nederlandse belastingstelsel moet op de schop. De adviescommissie Van Dijkhuizen mikt op een ingrijpende wijziging van de fiscale regels voor directeur-eigenaren met een eigen bv.

Dat stelt de Commissie van Dijkhuizen dinsdag in het eindrapport over hervorming van het belastingstelsel.

Afgelopen oktober publiceerde de Commissie onder leiding van Kees van Dijkhuizen – beoogd opvolger van Gerrit Zalm als topman van ABN Amro – al een interim-rapport. Daarin werd gepleit voor een eenvoudiger belastingstelsel, waarbij er voor de inkomstenbelasting twee schijven zouden over blijven: eentje van 37 procent voor inkomens tot 62.500 euro, waaronder 12 miljoen mensen zouden vallen. En een toptarief van 49 procent.

Voor directeur-eigenaren heeft de commissie in het eindrapport nog wat extra’s in petto.

DGA: loon in box 1

Directeur-eigenaren vallen als werknemer onder de inkomstenbelasting in box 1. Hiervoor wordt een zogenoemd ‘gebruikelijk loon’ vastgesteld dat voor dit jaar op circa 43 duizend euro ligt. De belastinginspecteur kan ook een hoger loon incalculeren op grond van de werkzaamheden, maar op dit loon wordt een korting van 30 procent toegepast.

De commissie wil het loon van de dga naar eigen zeggen “meer in lijn te brengen met dat van een vergelijkbare werknemer in box 1″. Van Dijkhuizen vindt dat de huidige mogelijkheid om een korting van 30 procent toe te passen op het gebruikelijke loon te ruim is. Het percentage dat het loon van de dga lager mag zijn, wordt 10 procent. De grens van 43 duizend euro blijft bestaan.

Deze maatregel levert circa 1 miljard euro op.

Heffing box 2: fictief rendement

Ondernemers met een eigen bv zijn als directeur-eigenaar naast werknemer ook aandeelhouder. Over de uit te keren winst wordt bij bedragen tot 200 duizend euro 20 procent vennootschapsbelasting geheven, en 25 procent bij hogere winsten.

Vervolgens krijgen dga’s als ze dividend uitkeren te maken met de heffing in box 2. Die heeft betrekking op belangen in een onderneming van meer dan 5 procent. Daarvoor geldt dat dividenduitkeringen voor 25 procent worden belast en dat er ook belasting wordt geheven over verkoopwinst van een aanmerkelijk belang.

De Commissie Van Dijkhuizen wil de regeling in box 2 echter grondig herzien. Voorstel is om, net als in box 3, te gaan werken met een fictief jaarlijkse rendement. Dit zou op 2,4 procent per jaar moeten liggen van de waarde van het vermogen dat de dga in het bedrijf heeft zitten. Als grondslag dient hiervoor het ‘fiscale ondernemersvermogen’ dat de ondernemer opgeeft bij de vennootschapsbelasting (vpb). Vervolgens zou over het fictieve rendement jaarlijks 22 procent belasting moeten worden geheven in box 2.

Deze opzet betekent volgens Van Dijkhuizen geen verhoging van de fiscale druk in box 2, maar die wordt wel “naar voren” gehaald. Er wordt immers jaarlijks belasting geheven in box 2, of er nu wel of geen dividend wordt uitgekeerd. Tegelijk zou de fiscale heffing op de verkoopwinst van een aanmerkelijk belang zo worden verrekend dat de ondernemer niet dubbel belasting betaald. >>>