Heeft Einstein gelijk?

Kanteling? Of ….. nog veel meer?

De boodschap van Peter Paul is mij uit het hart gegrepen!  Wat bedoel je met een kanteling die we gaan doormaken?

Persoonlijk denk ik dat de veranderingen nog veel verder gaat dan alleen kantelen, zo dat we de klant weer gaan zien en gericht zijn op vraagsturing. De uitdaging ligt er volgens mij in dat vraagsturing leidend gaat worden voor de zelfsturing van professionals om adequaat te voorzien in de behoefte. Tussen de regels door heb ik het gevoel dat jij dat ook zo ziet.

We leven in een heel interessante tijd vol met uitdagingen en veranderingen die hoe dan ook doorgaan. Of organisaties dat nu leuk vinden of niet.
Uitdagingen waarvoor mensen die dat aanvoelen meer dan ooit nodig zijn.
Helaas is het voor hen die sturen op middelen vaak heel moeilijk om behoeften te vertalen in doelen, zodat vakmensen hun kwaliteiten doelgericht kunnen inzetten.

Het moet mogelijk zijn om de klant verantwoordelijk te laten zijn voor investeringen. Als ze die samen met professionals, die daarvoor steeds beter openstaan, effectief inzetten, is er aanzienlijke verbetering van kwaliteit en onverwacht grote besparingen mogelijk. Misschien wel meer dan 40%.Einstien - We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt -

Bovenstaande is een reactie op onderstaande interessante blog: Einstein heeft gelijk van Peter Paul Doodkorte.

Vertrouwen is een ruimte biedende activiteit

Nederland zit in een transitie (overgang) en transformatie (omvorming) naar een nieuwe samenleving. Dit is niet zomaar een idealistisch vergezicht, maar een onontkoombare uitkomst van de kanteling die wij doormaken. Rode draad is dat alle maatschappelijke sectoren hun houdbaarheidsdatum naderen, omdat zij de mens niet langer
centraal stellen. Mensen ontwikkelen daarom zelf alternatieven en voeren die zelf of samen met anderen uit. Samen vormen zij de beweging van onderop, essentieel voor de transitie naar een beter aangepaste samenleving en economie.

De op 1 januari 2015 ingezette overdracht van taken en verantwoordelijkheden binnen het sociaal domein naar gemeenten beoogt daarop aan te sluiten en een antwoord te vinden op de veranderende verhoudingen. Niet, omdat het moet, maar omdat het kan! Vernieuwen, veranderen en vertrouwen zijn daarbij essentiële thema’s.

In de uitwerking van die opdracht en uitdaging zien wij overal ‘kiemen van vernieuwing’. Vanuit een gedeelde visie en gevoel van urgentie, zien wij overal in ons land aanjagers van verandering. Tegelijkertijd echter blijven wij kniesoren.

Vernieuwen en veranderen? Is een must. Vindt iedereen. Maar vooral bij de ander dan. Vertrouwen? Uitstekend. Maar, vertrouwen blijkt een kwetsbaar gevoel. Het ‘gaat te paard’ en ‘komt te voet’. De stemming en de ruimte voor verandering wordt in sterke mate bepaald door berichtgeving in de media. Over verschraling van het aanbod, ernstige incidenten, fraude zaken bijvoorbeeld. Of zorgverleners die hun eigen financiële gewin boven het belang van hun cliënten lijken te stellen. Zij leiden – in weerwil van de beoogde beweging – tot toenemende beheers- en controledrift. Leren ook de trends op de arbeidsmarkt.

In 2015 is de vraag naar financieel specialisten met maar liefst 24 procent gestegen. De meest populaire functies zijn accountant, business controller en finance manager. Bij de overheid is de vraag in 2015 met maar liefst vijftig procent toegenomen.

Vertrouwen speelt een cruciale rol bij de beoogde omvorming binnen het sociaal domein. Vertrouwen echter is, zo blijkt, geen vaststaand feit. Het is de resultante van een activiteit. Het gedijt wanneer partijen elkaar serieus nemen, afspraken maken, zich er aan houden en zich er op aan laten spreken.

Hoe anders is de werkelijkheid. De discussie rondom het beheersbaar houden van de zorgkosten staat voorop. Dit gaat gepaard met enorm veel bestuurlijke drukte en administratieve last. Met vervreemding van veel zorgprofessionals tot gevolg. Zij voelen zich steeds minder erkend in hun vakmanschap. Ze moeten steeds meer bewijzen en verantwoorden. Tegelijkertijd mogen ze steeds minder.

Ik betreur dit. In hoge mate. Ik denk ook dat het anders kan. Bijvoorbeeld door een wijziging in de bekostigingsstructuur.

De gekende bekostigingssystemen zijn gebaseerd op capaciteit, bezettingsgraad en budgetten. Dat wil zeggen dat zorgaanbieders worden beloond op basis van geleverde productie. Individuele zorgaanbieders die hun inkomsten willen optimaliseren, zijn gebaat bij het realiseren van haar productie aantallen en bij voorkeur tegen een zo’n hoog mogelijk tarief. Deze wijze van bekostiging herbergt niet alleen een volume- en financieringsrisico voor de opdrachtgever met zich. Die zich weer vertalen in nog meer beheersdrift.

Het denken en doen in termen van beheersing uit zich in een sterke hang naar registraties en monitoring. Terwijl professionals ruimte nodig hebben. Om eigen afwegingen te maken in het gesprek met de inwoner Ruimte die ernstig wordt beperkt door het regime van (verantwoording op) uren en productie.

Albert Einstein drukte het ooit heel treffende uit: “We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt.”. Wij moeten dus consequenties durven verbinden aan de kanteling die wij doormaken. Een passende manier vinden om het beter te doen.

Afgezien van alle ideologische veranderingen, vraagt de omvorming (ook) om een omslag in het denken en handelen van de systeembeheerders/financiers. Het gepaste en gevraagde antwoord daarop is beschikbaar, maar wordt nog mondjesmaat toegepast.

Maak professionals zelf verantwoordelijk voor de kosten. Geef ze de ruimte hun vak uit te oefenen. Professionals kunnen volgens mij goed omgaan met schaarste. Zo lang ze er maar zelf over gaan. En ze op individueel niveau samen met de betrokken inwoner en/in zijn omgeving kunnen bekijken op welke wijze de ondersteuningsvraag het beste kan worden beantwoord. En hoe de zorg het beste kan aansluiten bij de specifieke mogelijkheden, wensen en leefsituatie van betrokkene(n). Dat professionals hier vervolgens verantwoording over afleggen spreekt vanzelf.

Vakmanschap en kosten. Een combinatie die het (be-)proeven waard is. Het bespaart niet alleen een hoop bestuurlijk drukte en administratieve (over-)last. Het brengt – zo weet ik uit eigen ervaring bij voorloperprojecten – een aanzienlijke (tot 40%!) kostenreductie met zich. En, belangrijker nog: een hogere klanttevredenheid en heel veel meer werkplezier van en voor de professionals.

Met dank aan Peter Paul Doodkorte >>> Bron